|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 13 April 2018 - Droog Magazine periodical for investigative journalism | 'Plagiarists never do it once' Republikeinse letterdiefstal uit Oranjebloemlezing
Door Bart FM Droog Inleiding | Overeenkomsten | Voorbeelden | Conclusie Onlangs verschenen in De Republikein, het tijdschrift van het Republikeins Genootschap, twee artikelen¹ over Oranjepoëzie, oftewel lofdichten op de Oranjes. De Republikein leidde het recentste artikel als volgt in:
Interessant, dacht ik. Als samensteller van een van de weinige bloemlezingen met kritische verzen op het koningshuis², en als onder-zoeker van Nederlandstalige poëziebloemlezingen³, was ik driewerf benieuwd naar Damens bevindingen. Niet in het minst omdat Damen zich twee jaar geleden op een ongekend grove manier als plagiator geprofileerd heeft – ik doel op het boek Bloemen van het kwaad. Gedichten van dictators (Koppernik, 2016), dat van plagiaat en verder bedrog aan elkaar hangt. De Britse auteur en vertaler Sheelah Pugh stelde enkele jaren geleden: "Plagiarists never do it once", en ja: Damen heeft ook de eerste twee delen van dit 'republikeinse' drieluik middels letterdieverij in elkaar geflanst. Dat bleek toen ik de bloemlezing Dichters om Oranje. Oranjepoëzie van Willem de Zwijger tot heden, in 1946 samengesteld door Anton van Duinkerken (1903-1968) en Paul J.G. Huincks (1908-1966), ter hand nam. Deze bloemlezing is geen dertien-uit-een-dozijn anthologie: het is een zeer diepgaande studie naar de lofdichterij op de Oranjes, met ook aandacht aan schimp- en hekelverzen op de achtereenvolgende stadhouders, prinsen en vorsten. In hun zevenenvijftig bladzijden tellende inleiding geven Van Duinkerken en Huincks heel veel achtergrondinformatie bij de door hun geselecteerde gedichten, hun makers en de bezongen Oranjes. Zelfs over niet-opgenomen Oranjeverzen vertellen de anthologen veel, op een óók voor leken begrijpelijke wijze. Damens hermelijnvlooienpoëzie Damen geeft óók achtergrondinformatie bij de door hem gepresenteerde dichtfragmenten. Alleen - het is wel erg opvallend dat hij voor een groot deel dezelfde gedichten heeft gekozen als in Dichters om Oranje integraal staan afgedrukt – waarover dadelijk meer. Ook valt op dat hij een vrijwel identiek commentaar op die verzen en/of hun bakkers geeft als Van Duinkerken en Huincks in 1946 deden. Wat hét bewijs is dat Damen ook in de recente artikelen weer letterdieverij heeft gepleegd. Ditmaal opereerde Damen net iets minder opzichtig dan in Bloemen van het kwaad, waarin hij o.a. letterlijk een Paroolrecensie van Hans Renders over Volker Ullrichs Hitlerbiografie overschreef, en impliceerde dat hij dat boek écht bestudeerd had (quod non). In de commentaarteksten in z'n hermelijngevlooi parafraseert Damen vooral. Uit Dichters om Oranje, uit Wikipedia, uit andere bronnen. Maar wie dat doet zonder expliciete bronvermelding, maakt zich even schuldig aan plagiaat als iemand die lettterlijk andermans woorden overtikt. Overeenkomsten in gedichten en commentaren In Dichters om Oranje en in Damens artikelen worden identieke gedichten opgevoerd van Joost van den Vondel, P.C. Hooft, J. Oudaen, Pieter Langendijk, Bettje Wolff, Willem Bilderdijk, Rhijnvis Feith, E.J. Potgieter en Isaäc da Costa. Op zich zou dit allemaal toeval kunnen zijn. Ware het niet dat het commentaar dat Damen bij deze gedichten geeft, als twee druppels water lijkt op het commentaar in Dichters om Oranje. Om een paar voorbeelden te geven: Elisabeth Wolff, geboren Bekker Van deze populaire schrijfster, best bekend als helft van het duo Betje Wolff en Aagje Deken, toonden Van Duinkerken en Huincks integraal het uit 1766 stammende en 352-regelige Zeeuwstaligachtige lofdicht 'Een Nieuw Scheepslied', ter meerdere ere en glorie van Willem V. Ze meldden daarover in de inleiding, op bladzijde 38: "De eerste druk verscheen afzonderlijk bij T. Tjallingius te Hoorn in 1766. Toen Betje Wolff het in 1785 bundelde in het tweede deel van haar Mengelpoëzij, was zij van staatsopvatting veranderd en dit gaf ze te kennen door een voetnoot: "Dit Scheepslied is gemaakt in het jaar 1766; 't is niet ondienstig, hier het jaartal uitdrukkelijk bij te voegen en den lezer te herinneren, dat gissen geen wiskunst is." In Willem V, zoo scheen het, had de moderne poëzie zich vergist." Damen: "Bij de herdruk twintig jaar later corrigeerde Wolff haar eigen voormalig optimisme, en herinnerde de lezer er nadrukkelijk aan 'dat gissen geen wiskunst is'. Met andere woorden: de man bleek bij nader inzien een sukkel."
Het hele gedicht staat ook op DBNL*, maar in een beduidend andere versie dan in Dichters om Oranje – en dus ook beduidend anders dan Damens versie:
Etcetera, met inspringingen die noch in Dichters om Oranje noch bij Damen voorkomen. Isaäc da Costa Bilderdijk
Het gedicht is inderdaad een hoogtepunt in de Oranjeslijmpoëzie:
Damen hierover: "Bilderdijk 'vergat' even, met Franse slag als het ware, dat alle vorige Willems nimmer koning waren. Maar om dat goed te maken deed hij er een pakje 'Hollandsche Wafelen' bij."
Wat vóóral verbijstert is de schaamteloze brutaliteit van Paul Damen, die dit alles als eigen vondsten presenteert. Quod non! Wikipedia- en verder plagiaat
Warempel, deze Withuys komt niet voor in Dichters om Oranje. Waar vond Damen dán informatie over deze geheel vergeten dichter? Op Wikipedia!
Wat Damen verder over deze Oranjedichter vertelt is een parafrase van wat op Wikipedia staat:
Maar waar heeft Damen dit dichtfragment van Withuys vandaan?
Vondel Conclusie
Waarbij hij vooorbijgaat aan het gegeven dat in de dissertatie van A Maljaars (dus niet Marjaars) alleen theorieën worden ontvouwd en niets voor 100% wordt bewezen.8 Noten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||